dinsdag 2 augustus 2011

MOEZEL & AHRWIJNEN IN 'T KORT

Wijncultuur aan Moezel en Ahr

Met uitzondering van een paar kleine wijnbouwgebieden in België, Engeland en de Ahrvallei, is de Moezel het meest noordelijk gelegen wijngebied. In totaal zijn er 11.000 hectaren (10% van het totale areaal in Duitsland). wijngaarden, met 16.000 wijnbouwers, die 100 miljoen liter moezelwijn per jaar produceren. De regio kreeg de naam 'Mosel-Saar-Ruwer' mee en is zeer arbeidsintensief door de steile hellingen. De steilste helling, de Bremmer Calmont, is 68°. De Z. hellingen v.d. Moezel worden soms in een 90° hoek door de zon beschenen; het gebied is dus zeer gunstig voor wijnbouw.

In de Moezel wordt hoofdzakelijk witte wijn verbouwd. Raar maar waar: tot voor enkele tijd was het in de Moezel gewoon verboden om rode wijn te produceren, tenzij strikt voor privaat verbruik. Vooral bij het jongere publiek op de wijnfeesten is er toenemende vraag naar rode wijn zoals de Dornfelder en Spätburgunder.

De Rieslingdruif, die het Mosel-Saar-Ruwergebied tot 1954 domineerde, voelt zich in deze streek het best. De soort rijpt vrij laat en is tevreden met een 6-tal weken prachtig zomerweer voor een uitstekende kwaliteit. De vendage (oogst) start in Oktober en gaat door tot in November.

De Romeinen brachten de wijncultuur naar Trier (Elbling). Het oudste wijndorp van Duitsland, Neumagen (Noviomagnus) liet niet toevallig in de Eifel. Hier bevindt zich ook het Römerweinschiff, een uit de 2de E daterend grafmonument. Iets meer naar het Z., in Igel, staat de Igler Säule, noch zo een monument dat in opdracht van een rijke Romeinse wijnhandelaar uit zandsteen gehouwen werd.

De Ahrvallei heeft een microklimaat en is het meest noordelijk gelegen wijngebied van Europa. In tegenstelling tot elders in de regio heeft men hier voornamelijk rode wijn (met een minderheid Riesling). Het wijnhandelaarsverband Winzergenossenschaft, Mayschoss is overal in Europa zeer bekend.

Beknopte geschiedenis van de Moezelwijn

Moezel en wijn zijn begrippen die reeds meer dan 2.000 complementair zijn.

Een van de eerste grote propagandisten was de uit Bordeaux afkomstige Romeinse dichter-politicus Decimus Magnus Ausonius (310-393). Hij beschreef 1600 jaar geleden de Moezelwijn zo, dat de inhoud nog steeds actueel is: "... nein, schimmernden Glanz und strahlende Helle zu schau'n wehrt nicht die freie Luft des klaren Tages. Da wirkt alles mit schmeichelndem Blick, daß ich wohl glaubte zu sehen die Schönheit und Pracht meiner strahlenden Heimat Bordeaux: die Giebel der Villen, an hangenden Ufern hoch oben gelegen, die Hügel, die von Reben grünen, die lieblichen Fluten der Mosel, die unten mit stillem Gemurmel dahinfließt."

Ausonius heeft het over wijndragende hoogten, waar Bacchus de welriekende wijnen laat rijpen. Hij beschrijft de vlijtige wijnboren, boven aan de top, waar de druiven voorover hangen. De wijnbouw heeft dus in Ausonius’ tijd een belangrijke rol gespeeld in het Moezeldal, hetgeen onderbouwd wordt door de talrijke vondsten van wijnkelders uit de Romeinse periode. De bij Piesport ontdekte en voor bezoekers opengestelde Romeinse wijnkelders (de grootste ten N. van de Alpen) is zeker een bezoek waard.

De meeste historici gaan ervan uit dat de Romeinen de wijnbouw naar de Moezel gebracht hebben, doch andere zijn van mening dat de Kelten reeds – onder invloed van de Grieken – wijnstokken verbouwd hebben langs de Moezel. Een van de elementen die voor de Keltische theorie spreekt is dat de wijnstokaanplantingen NIET overeenkomt met de traditionele Romeinse wijze, maar wel met de methode die nu nog gangbaar is op de Griekse eilanden. Hoe dan ook, het zijn de “Antieken” geweest die de basis gelegd hebben voor deze meer dan 2.000 jaar oude bedrijfstak.

Het riddergeslacht Zandt von Merl stond eeuwenlang in dienst van de Trierse keurvorsten. Zij zouden ervoor gezorgd hebben dat de Riesling druiven reeds in de 16e E konden verbouwd worden als Merl-Riesling in hun thuishaven Zell (om van hieruit verder verspreid te worden langs de Moezel en de Rijn).

Druivenrassen

De oudst verbouwde druivensoort is de “belastingdruif” Elbling. Sterke uitbreiding in de ME; thans in verval. Veel sap, weinig suiker en veel zuur. Wordt vooral aan de Obermosel/Saar geteelt en wordt, door zijn eigenschappen, dikwijls als “Sekt” verwerkt.

Riesling: tot 1954 absolute heerser in Mosel-Saar-Ruwer. Grote promotor van de Riesling was de laatste keursvorst van Trier, Clemens Wenzelslaus. Voorliefde voor warme verweringsgronden van leisteen. Kleine, geelgroene bessen in onregelmatige tros. Rijping vanaf oktober, traag verlopend.

Müller-Thurgau: kruising van Riesling en Sylvaner door Prof Müller uit Thurgau (1882). Snelle opkomst (nr. 1 in Duitsland; nr 2 in Mosel-Saar-Ruwer). Groeit op vrijwel elke bodem. Grote hoeveelheden trossen. Vroegere oogst dan Riesling (September)

Rivaner andere benaming voor Müller-Thurgau

Kerner: Kruising van Trollinger [1](blauwe druiven) en Riesling( wit). Deze druif kan zeer goed ziekten en vorst weerstaan, waardoor ze lang kan blijven hangen en geschikt is voor Auslese en Beerenauslese.

Pinot (fruitig): in Duitsland wordt de benaming Grau-, Spät- of Weisburgunder gebruikt. Duitsland (Baden, Rheinhessen, Pfalz) is het hoofdverbouwingsgebied voor Grauburgunder (ook Ruländer genoemd, Pinot Gris). Het is een mutatie van de Spätburgunder (Pinot Noir). Bleek tot goudgeel. Aroma’s: peer, honing, ananas, pompelmoes.

De smaak hangt af van het oogsttijdstip. Lichte wijn met fijne zuren tot karaktervolle, olieachtige wijn.

De Spätburgunder stamt waarschijnlijk van een wilde wijnstok af. Buiten Bourgondië wordt de soort vooral in de Pfalz verbouwd. De rijpingstijd is lang, maar in goede jaren wordt een krachtige, volle wijn voortgebracht die lang kan gestockeerd worden. Dieprode kleur. Aroma’s: blauwe en rode bessen, kersen, leder. Fijne zuren met volle afdronk.

Weisburgunder: vooral in de Elzas en de Pfalz verbouwd. Licht tot helgeel. Aroma’s: abrikoos, karamel, citroen, groene bonen, hooi. Fijne zuren met halfvolle tot volle afdronk.

Gewürztraminer is een mutatie van de tramin druif, een variëteit genoemd naar het dorp Tramin in Noordoost-Italië. Wijnen die gemaakt worden van de gewürztraminer zijn zeer markant door hun kruidigheid en hun krachtige, volle smaak.

Auxerrois (aromatisch) Bourgondische wijnstok, geïmporteerd uit de Elzas. Aromatisch. Kleur: bleek tot helgeel. Smaak: milde zuren, lichte tot halfzware afdronk.

Dornfelder : een nieuwe, vroegrijpe wijnsoort die in Rheinhessen en de Pfalz verbouwd wordt. De soort stelt weinig eisen aan de bodem en is vroegrijp. Dornfelder is wel gevoelig voor sommige ziekten (o.m. Peronospora) en vorst. De vraag naar rode wijn in stijgend en dat biedt kansen voor de zuurarme, harmonische Dornfelder. De Dornfelder werd voor het eerst in 1955 geteeld door A. Herold van het Rijkswijnbouwinstituut in Weinsberg (door kruising van de Helfensteiner en Heroldrebe). De druif draagt de naam van de stichter van de wijnbouwschool. In totaal wordt in Duitsland (2004) 6.621 ha Dornfelder verbouwd.

Rode druivensoorten

Worden voornamelijk tegen de hellingen van de Ahrvallei geteeld, die haar eigen microklimaat heeft. Zeer gekend is het Winzergenossenschaft in Mayschoss. Dit verbond van wijnhandelaren verzorgt uitstekend de promotie voor de Ahrwijnen. Hun activiteiten zijn zeer verzorgd, maar zeer commercieel en zeer toeristisch www.winzergenossenschaft-mayschoss.de

Spätburgunder (Pinot Noir) : oorsprong Bourgondië, Bernardus van Clairvaux bracht de wijnstok naar de Ahrvallei. Kleine, blauwe bessen met veel suiker en sap. Gevoelig voor vorst en zieken en voor virussen die aanleiding geven ot spontane mutaties. Talrijke klonen.

Portugieser: v. oorsprong uit het Oostenrijks Donaudal. In de 19de E naar de Ahrvallei gebracht. Stelt geen hoge eisen aan de bodem. Vroege rijping en oogst.

Wijnkwaliteiten (Prädikat)

De Duitse wijnen zijn ingedeeld in 4 groepen: tafelwijn, landwijn, Q.b.A (Qualitätswein bestimmter Anbaugebiete) en Qualitätsweine mit Prädikat. De Moselweine vallen bijna allemaal onder de laatstgenoemde categorie. Wat de Moezelwijnen betreft was de verdeling als volgt (2004): 1% Tafelwein; 76% Q.b.A.; 23% mit Prädikat).

Verplichte vermeldingen

  1. Producent
  2. Oogstjaar
  3. Naam druivensoort (min. 85% v.e. druivensoort)
  4. Plaats producent
  5. Kwaliteit (zie wijnkwaliteiten)
  6. AP (Amtliche Prüfungsnummer)
  7. Gebied waar wijn vandaan komt

Samenstelling AP nummer

00: gebied v. herkomst

000: wijndorp

000: nummer producent

000: nr staal voor wijnkeuringsdienst

/00: jaar van keuring

Per lot dienen 4 flessen afgeleverd (2 worden er bewaard voor mogelijke controle later, 1 wordt chemisch geanalyseerd en 1 wordt gebruikt voor blindproeven) aan het keuringsinstituut. Per lot wordt een afzonderlijk keuringsbewijs afgeleverd

Kabinett: voor deze wijn gebruikt men druiven van de eerste oogst. Fijne lichte tongstreler met een tikkeltje aangename rondheid.

Spätlese: de druiven hebben bij deze wijn langer gerijpt en werden later geoogst. Wijn met een geconcentreerde smaak, waarbij de zoet/zuur balans in evenwicht is.

Auslese: alleen de beste (opgekuiste) trossen van een late oogst worden geselecteerd voor deze wijn. Edele wijn met een verfijnd boeket en een harmonieuze, zoete smaak

Beerenauslese : voor deze wijn wordt elke druif apart gewaardeerd op zijn rijpheid. Zeldzame dessertwijn met een overweldigend aroma en een hoogtonige zoete smaak. Geperst uit bevroren druiven met hoge rijpheidsgraad. Een unieke wijn met een hoogwaardige zoet/zuur balans.

Trocken(beeren)auslese: wijn uit bijna tot krenten gedroogde druiven. Rijke, weelderige, zoete wijn die voldoende zuur is om een harmonieuze balans te bewaren.

Eiswein: deze wijn werd bereid uit druiven die door nachtvorst zijn bevroren. Kenmerken: zie Beerenauslese.

Bekende merken

Goldtröpfchen (Piesport). De crisis in de wijnindustrie in de 19e E was zeer ernstig. Om de verkoop toch maar enigszins op peil te houden werden mooie benamingen bedacht, o.m. Goldtröpfchen.

Zeller Schwarze Katz (Zell)

Bernkasteler Doctor. In 1360 was de Trierse aartsbisschop Bömund II ernstig ziek. Nadat hij de wijn uit Bernkastel had gedronken had hij plots geen pijn meer. Een nieuwe naam was geboren.

Nacktarsch (Kröv). De benaming komt van het Keltische “nachtas” wat vooroverhangende rots betekent.

Petersberg. In de ME hielden nogal wat abdijen en kloosters zich met wijnbouw bezig. Voor hun beste producten werden heiligennamen gekozen. Met de Petersberg werd dus de apostel Petrus geëerd. De 12e E gestichte Peterskapelle in Neef (gebouwen grotendeels uit de 17e E) biedt vanop het uitzichtspunt “Eulenköpfchen” een 3-delig panorama over de hele Bremmer Moselschleife (de lus in de Mosel bij Bremm).

Kwaliteitsparameters

Kwaliteit

Mostgewicht in öschlegraad[2]

Mostgewicht in öschlegraad

Mostgewicht in öschlegraad

Riesling

Elbling

Müller-Thurgau

Kabinett

51 - 67

51 - 67

59 - 73

Spätlese

68 - 76

68 - 76

74 - 80

Auslese

77 – 83

77 – 83

81 - 88

Beerenauslese/Eiswein

84 – 110

84 – 110

89 - 110

Trockenbeerenauslese

111 (min.)

111 (min.)

111 (min.)



[1] De Trollinger is een blauwe druif, afkomstig uit de Zuidtiroler soort Vernatsch (vandaar de naam Tirolinger). De soort werd reeds door de Romeinen naar Duitsland (Neckartal en Württemberg) gebracht. Trollinger rijpen laat, maar in grote kwantiteiten à uitdunnen. De weke bladeren zijn gevoelig voor ziekten en vorst.

[2] Gebruikt voor dichtheidsmetingen in vloeistof. Soortelijk gewicht en Oeschle- zijn aan elkaar gerelateerd, wat conversie van de geregistreerde waarden vereenvoudigd. While Specific Gravity reads in decimals, Oeschle scale reads in whole numbers. As an example, a Specific Gravity reading of 1.090 is the same as an Oeschle reading of 90. SG 1.055 is Oeschle 55, and so on. Bij Oeschle heeft water dichtheid 0.

http://www.honeycreek.us/SpecficGravityTables.htm

Geen opmerkingen:

Een reactie posten